Marie DeCock, Cédric Labens, Laura Meuleman en Elien Verniers (masterstudenten Grondige Studie Grondwettelijk Recht, UGent), Pieter Cannoot (assistent, UGent) en Juan Benjumea Moreno (assistent, UGent)
De zesde staatshervorming
zorgde voor de creatie van de Vlinder-Senaat, met een nieuwe samenstelling en beperktere bevoegdheden. Bovenal dient de Senaat zijn functie als deelstatenkamer waar te maken. Als je de meest essentiële bepalingen over de Senaat erop naleest – artikelen 56, 67, 68 van de Grondwet – is deze wetgevende kamer juridisch gezien adequaat ontworpen. Helaas, ook deze hervorming was het resultaat van een typisch Belgisch compromis. Een gebrek aan politieke eensgezindheid bij het Vlinderakkoord verhinderde dan ook de volkomen transformatie van de Senaat tot een volwaardige deelstatenkamer. Het onbevredigende resultaat van deze ‘willen-maar-niet-kunnen’-hervorming zette politici aan om reeds één jaar na de geboorte van de Vlinder-Senaat zelf innovatieve alternatieven voor te stellen. Maar hoe zit het daar mee? Blijft de Senaat zoals hij is of wil men het weer over een andere boeg gooien? Wil men de Senaat in zijn oude glorie herstellen? Of gaat men de Senaat van de wal in de sloot helpen? Hoog tijd om de meest in het oog springende ideeën onder de loep te nemen. Naast het politieke debat en de vraag of deze voorstellen een oplossing kunnen zijn, gaan we ook in op het grondwettelijke kader.



‘Belgian federalism after the sixth state reform’ highlights the most important institutional evolutions of Belgian federalism stemming from the implementation of the sixth state reform (2012-2014). This reform inter alia included a transfer of powers worth 20 billion euros from the federal level to the level of the federated states, a profound reform of the Senate, and a substantial increase in fiscal autonomy for the regions. This contribution critically analyses the current state of Belgian federalism. Although the sixth state reform realized important and long-awaited changes, further evolutions are to be expected. Since the Belgian state model has reached its limits with regard to complexity and creativity, politicians and academics should begin to reflect on the seventh state reform with the aim of increasing the transparency of the current Belgian institutional labyrinth.

