Jan Joos en Leonore De Bock (master studenten, UGent), Sien Devriendt (assistente, UGent), Jurgen Goossens (FWO postdoctoraal onderzoeker, UGent – universitair docent, Erasmus University Rotterdam) en Pieter Cannoot (assistent, UGent)
Met de invoering van Potpourri II op 5 februari 2016 hervormde minister van Justitie Koen Geens het Hof van Assisen. Dat Hof was sinds de onafhankelijkheid van België bevoegd om de zwaarste misdaden te berechten. De hervorming kwam er na jarenlang debatteren over de kost en impact van assisenprocedures en werd bewerkstelligd door gebruik te maken van de techniek van ‘correctionaliseren’. Door correctionalisering was het mogelijk om misdaden die normaal gezien voor het Hof van Assisen kwamen, na het aannemen van verzachtende omstandigheden door de onderzoeksgerechten, het openbaar ministerie en de vonnisgerechten, voor de correctionele rechtbank te brengen. Het Hof en de volksjury konden op die manier zonder grondwetswijziging ontlast worden. De regeling werd echter ongrondwettig bevonden door het Grondwettelijk Hof. Ook het voorstel van minister Geens om het Hof te vervangen door ‘criminele kamers’ werd geen succes. In de commissie Justitie worden sinds 25 april 2018 opnieuw hoorzittingen georganiseerd over de toekomst van het Hof van Assisen.In dit artikel lichten we de redenen tot de gedeeltelijke vernietiging van Potpourri II toe en reiken we mogelijke alternatieven aan voor het (kost)efficiënter berechten van de zwaarste misdrijven.